224 Niet vragen of geheel script moet worden afgebroken
226 Script uitvoeren
227 Dit script bevat opdrachten die niet uit een beperkt script afkomstig kunnen zijn. Het script in een vertrouwde directory plaatsen om het te kunnen uitvoeren.
229 Dit script is afkomstig van een nieuwere versie van %s of de versie kan niet worden bepaald.\n\nU kunt het script wel uitvoeren, maar er kunnen fouten optreden of het script kan tot onverwachte resultaten leiden.
230 CheckVersion
231 De versie van het script controleren voor uitvoering
6201 CommandHistory
6202 &Vorige opdrachten...
6203 Vorige opdrachten voor het huidige document weergeven\nVorige opdrachten
6204 Vorige opdrachten
6206 Be&werken
6207 Vorige opdrachten voor het huidige document weergeven.
6451 Start Script Recording
6452 &Scriptopname starten
6453 Een scriptopname starten\nScriptopname starten
6960 Scriptbestandsnamen mogen geen spaties bevatten. De opgegeven bestandsnaam "%s" wordt gewijzigd in "%s". Klik op OK om door te gaan of op Annuleren om een nieuwe bestandsnaam op te geven.
6963 Copyright
6964 Auteur
6965 Omschrijving
6966 Bestandsnaam
6967 Copyright
6968 Auteur
6969 Omschrijving
6970 &Bestand~&Script
6971 De huidige scriptopname opslaan en stoppen.
6973 SaveMaterials
6974 De gebruikte materialen opslaan in de scriptparameters
6975 SaveDlgPositions
6976 De posities van dialoogvensters in het script opslaan
6977 Opgenomen.PspScript
6978 OptimaliserenDoorOngedaanMakenVerwijderen
6979 Alle opdrachten voor ongedaan maken verwijderen uit opgenomen script, indien mogelijk.
6980 VanuitOpslaggeschiedenis
6981 Oproepen vanuit de opdracht voor opslaggeschiedenis
6982 Alleen actieve opdrachten opslaan
7701 PauseScriptRecording
7702 Scriptopname &pauzeren
7703 Scriptopname pauzeren\nScriptopname pauzeren
7704 Scriptopname pauzeren
7706 &Bestand~&Script
7707 Scriptopname pauzeren.
9951 GetCommandInfo
9952 Hiermee kan een zoekopdracht ingesteld worden voor de opdrachtenreeks die door de toepassing wordt ondersteund.
9953 Opdracht&info...
9954 &Bestand~&Script
9955 Geeft informatie weer over een opdracht\nOpdrachtinfo
9956 Opdrachtinfo
9958 Doelopdracht
9959 Naam van de opdracht waarvoor een query moet worden uitgevoerd
9960 Resultaatgegevens
9961 De geretourneerde gegevens over de doelopdracht
9962 Opdrachtnaam
9963 Interne naam van de opdracht. Deze naam is niet gelokaliseerd
9964 Gelokaliseerde naam
9965 Vertaling van de opdrachtnaam
9966 Opdrachtbibliotheek
9967 De naam van de opdrachtbibliotheek die de opdracht bevat
9968 Omschrijving
9969 Omschrijving van de opdracht
9970 Tekst op statusbalk
9971 De tekst die op de statusbalk wordt weergegeven voor de doelopdracht
9972 Tekst knopinfo
9973 Knopinfo voor de opdracht
9974 Tekst ongedaan maken
9975 De tekst die wordt weergegeven bij het ongedaan maken van de opdracht
9976 Menupad
9977 De positie van de opdracht in het menu. Een ~ wordt gebruikt om een submenu aan te duiden.
9978 Menutekst
9979 Tekst die voor deze opdracht in het menu wordt weergegeven. Een & geeft de sneltoets aan.
9980 Toegangstoets
9981 Geeft de toegangstoets weer die voor de opdracht wordt gebruikt
9982 Opdrachtkenmerken
9983 Kenmerken van de opdracht
9984 Bronkenmerken
9985 Kenmerken van de brongegevens van de opdracht
9986 AttributeTuple
9987 Elke tupel is een tekenreeks met de kenmerknaam en een geheel getal voor de kenmerkwaarde
9988 AttribName
9989 Naam van het kenmerk
9990 AttribValue
9991 Waarde van het kenmerk
9992 Type parameterinfo
9993 Geen parametergegevens (Geen), gegevens over de laatst gebruikte parameters (Laatst gebruikt) of gegevens over de standaard fabrieksparameters (Standaard) retourneren
9994 Tupel voor opdrachtparameterinfo
9995 Tupel om een opdrachtparameter te beschrijven
9996 Lijst van alle parameters
9997 Lijst van alle parameters
9998 Parameternaam
9999 De naam van de parameter in een script
10008 Lijst met opdrachtparameters
10009 De lijst met parameters voor de opdracht
10010 Lijst met retourparameters voor opdracht
10011 De lijst met retourparameters voor de opdracht
10012 Parameternaam
10013 Scriptnaam van parameter
10014 Omschrijving van parameter
10015 Beschrijving van parameter
10016 Parametertype
10017 Het type parameter dat beschreven wordt
10018 Standaardinteger
10019 Standaardwaarde van integerparameter
10020 Minimale integer
10021 Minimale waarde van integerparameter
10022 Maximale integer
10023 Maximale waarde van integerparameter
10024 Standaardrood
10025 Standaardroodwaarde voor kleurparameter
10026 Standaardblauw
10027 Standaardblauwwaarde voor kleurparameter
10028 Standaardgroen
10029 Standaardgroenwaarde voor kleurparameter
10030 Standaard X
10031 Standaard X-waarde voor puntparameter
10032 Standaard Y
10033 Standaard Y-waarde voor puntparameter
10034 Standaard reδel getal
10035 Standaardwaarde voor reδle parameter
10036 Minimaal reδel getal
10037 Minimale waarde voor reδle parameter
10038 Maximaal reδel getal
10039 Maximale waarde voor reδle parameter
10040 Standaard links
10041 Standaard linkerwaarde voor rechthoekparameter
10042 Standaard rechts
10043 Standaard rechterwaarde voor rechthoekparameter
10044 Standaard boven
10045 Standaard bovenste waarde voor rechthoekparameter
10046 Standaard onder
10047 Standaard onderste waarde voor rechthoekparameter
10048 Standaardtekenreeks
10049 Standaardwaarde van tekenreeksparameter
10050 Is geen
10051 Parameter heeft geen waarde
10052 Is script
10053 Parameter is een script
10054 Gebruikt geen
10055 Parameter gebruikt geen waarde
10056 Is optioneel
10057 Parameter is optioneel
10058 Gelokaliseerde naam
10059 Gelokaliseerde naam van parameter
10060 Beschikbaar
10061 Is de opdracht beschikbaar vanaf de GUI
10201 RepeatLastCmd
10202 De laatste bewerking herhalen.
10203 Herh&alen
10204 Bewerken|Herh&alen
10205 De laatste bewerking herhalen\nHerhalen
10206 Herhalen
10207 De laatste opdracht kan niet worden herhaald, omdat de gebruikte parameters niet meer geldig zijn.
10451 EmptyHistory
10452 Ongedaan maken-historie voor actieve document leegmaken.
10716 Het is niet toegestaan alle opdrachten in een script te verwijderen.\nSelecteer minder opdrachten.
10717 Wilt u de gemaakte wijzigingen opslaan in
10718 Kan het script niet parseren.
10719 Kan het script niet in de Python-broneditor openen. Controleer de instelling voor 'Python-broneditor' in bestandslocaties.
10720 Scripteditor
10722 Als er geen geldige afbeelding geopend is, kan deze opdracht niet gewijzigd worden.
10723 (NIET bewerkbaar)
10951 RepeatLastPlugin
10952 Het laatste uitgevoerde insteekfilter herhalen.
10953 Laatste &insteekfilter herhalen
10954 Effecten~Laatste insteekfilter herhalen
10955 Het laatste uitgevoerde insteekfilter herhalen\nLaatste insteekfilter herhalen
10956 Laatste insteekfilter herhalen
11201 StopScript
11202 Stopt het script dat momenteel wordt uitgevoerd.
11203 &Script stoppen
11204 Bestand~Script~Script stoppen
11205 Het script dat momenteel wordt uitgevoerd stoppen\nScript stoppen
11206 Script stoppen
11207 Stopt alle scripts die momenteel worden uitgevoerd. De uitvoering van een script wordt beδindigd nadat de huidige bewerking is voltooid. Weet u zeker dat u de scripts wilt beδindigen?
11451 Update Screen
11452 Vernieuwen van het scherm forceren.
11453 &SchermBijwerken
11454 Deb&uggen
11455 Het scherm bijwerken\nScherm bijwerken
11456 SchermBijwerken
11701 ScriptWndClear
11702 Alle gegevens in het scriptuitvoervenster wissen.
11703 &Uitvoervenster wissen
11704 &Scripts
11705 Het scriptuitvoervenster wissen\nScriptuitvoer wissen
11706 Scriptuitvoer wissen
11801 ScriptWndAutoShow
11802 Instellen of het scriptuitvoervenster automatisch wordt weergegeven telkens wanneer gegevens naar de foutstroom worden gestuurd.
11803 &Automatisch weergeven in-/uitschakelen
11804 &Scripts
11805 Instellen of het scriptuitvoervenster automatisch wordt weergegeven wanneer er een fout optreedt\nAutomatisch weergeven scriptvenster in-/uitschakelen
11806 Scriptuitvoervenster automatisch weergeven
11808 Automatisch weergeven inschakelen
11809 Waar instellen om het scriptuitvoervenster automatisch weer te geven; onwaar om dit uit te schakelen.
11810 Vorige waarde
11811 Retourneert de vorige status van de vlag automatisch weergeven (waar als het venster automatisch wordt weergegeven; anders onwaar).
12051 ExitApp
12052 De toepassing afsluiten.
12053 &Toepassing afsluiten
12054 Bestand
12055 De toepassing afsluiten\nDe toepassing afsluiten
12056 De toepassing afsluiten
12550 StartForeignWindow
12551 Deze opdracht laat PSP weten dat er een dialoogvenster of venster gebruikt wordt dat door een script gemaakt werd. In deze status zorgt PSP ervoor dat dit venster het PSP-venster bedekt, en laat PSP niet toe dat er andere scripts uitgevoerd worden. De doorgegeven parameter is de vensteringang (beschikbaar via winfo_id() in Tk) van het dialoogvenster. De status wordt automatisch beδindigd wanneer het venster vernietigd is, of door de opdracht opnieuw aan te roepen met de ingang nul.
12552 &Afwijkend venster starten
12553 &Bestand~S&cript
12554 PSP waarschuwen dat er een op een script gebaseerd dialoogvenster gestart wordt\nAfwijkend venster starten
12555 Afwijkend venster starten
12557 Vensteringang
12558 De vensteringang van het dialoogvenster. In Tk kan dit via winfo_id() verkregen worden. In WxPython kunt u GetHandle() gebruiken
13050 EnableOptimizedScriptUndo
13051 Hiermee kan een script sneller worden uitgevoerd door de gegevens voor substappen niet op te slaan. Als een script eenmaal is ingeschakeld, kan de bewerking niet meer ongedaan worden gemaakt vanuit een script.
13301 Dit is een interne opdracht waarmee het geautomatiseerde script voor de testinterface wordt gestart.
13302 Geautomatiseerde &testinterface...
13303 &Bestand~S&cript~&Debuggen
13304 Het geautomatiseerde script voor de testinterface uitvoeren\nGeautomatiseerde testinterface starten
13305 Geautomatiseerd testscript
13800 Show Non-Undoable Commands
13801 Hiermee wordt bepaald welke opdrachten worden vermeld in het palet Geschiedenis - alle opdrachten of alleen opdrachten die ongedaan kunnen worden gemaakt.
13802 Opdrachten weergeven die niet &ongedaan kunnen worden gemaakt
13803 Opdrachten weergeven die niet ongedaan kunnen worden gemaakt
13804 Alle opdrachten weergeven in het palet Geschiedenis of alleen opdrachten weergeven die ongedaan kunnen worden gemaakt\nOpdrachten weergeven die niet ongedaan kunnen worden gemaakt
13805 Kan niet ongedaan worden gemaakt
13807 Alleen opdrachten weergeven die ongedaan kunnen worden gemaakt
13808 Opdrachten in- of uitschakelen voor alleen weergeven van opdrachten die ongedaan kunnen worden gemaakt - aan schakelt over naar alleen opdrachten die ongedaan kunnen worden gemaakt en uit naar alle opdrachten
14050 Selective Undo
14051 De vermelde opdrachten ongedaan maken. De opdrachten worden opgegeven volgens hun volgorde in het palet Geschiedenis - de onderste (oudste) opdracht in het deelvenster is item 1, de volgende opdracht is item 2, enz. Alle opdrachten worden vermeld, zelfs opdrachten die niet ongedaan kunnen worden gemaakt. Alle opgegeven opdrachten moeten ongedaan kunnen worden gemaakt, anders mislukt de bewerking.
14052 &Geselecteerde bewerking Ongedaan maken
14053 &Geschiedenis
14054 De opdrachten die zijn geselecteerd in het palet Geschiedenis ongedaan maken\nGeselecteerde bewerking Ongedaan maken
14055 Selectief ongedaan maken
14057 Opdrachtindexen
14058 Lijst van opdrachtindexen De getallen beginnen bij 1 voor het oudste item in het script en lopen van daar op. Alle opdrachten die in het geschiedenispalet voorkomen, inclusief opdrachten die niet ongedaan kunnen worden gemaakt, worden meegeteld.
14059 Index
14060 Index van een bepaalde opdracht in de geschiedenis.
14550 RunQuickScript
14551 Het snelscript is slechts een hardcoded script dat kan worden gevonden op het schrijfpad van vertrouwde scripts. De opdracht voor het uitvoeren van het snelscript biedt een eenvoudige binding voor het activeren van het snelscript. Het geschiedenispalet kan geselecteerde opdrachten als snelscript opslaan. Dit is de omgekeerde bewerking.
14552 &Snelscript uitvoeren
14553 &Geschiedenis
14554 Snelscript uitvoeren\nSnelscript uitvoeren
14555 Snelscript
14556 SnelscriptTijd.PspScript
14800 SaveHistoryToQuickScript
14801 Slaat de geselecteerde opdrachten in het script palet Geschiedenis op als snelscript.
14802 Opslaan naar &snelscript
14803 Weergave~Geschi&edenispalet
14804 De geselecteerde opdrachten als snelscript opslaan\nSnelscript opslaan
14805 kan niet ongedaan worden gemaakt
14806 SnelscriptTijd.PspScript
14807 Opdrachtindexen
14811 Samengesteld op basis van opdrachthistorie met GeschiedenisOpslaanNaarSnelscript
15050 Selective Redo
15051 De vermelde opdrachten opnieuw uitvoeren. De opdrachten worden opgegeven volgens hun volgorde in het palet Geschiedenis - de onderste (oudste) opdracht in het deelvenster is item 1, de volgende opdracht is item 2 enzovoort. Alle opdrachten moeten opnieuw kunnen worden uitgevoerd, anders mislukt de bewerking.
15052 Geselecteerde bewerking &Opnieuw
15053 &Geschiedenis
15054 De opdrachten die zijn geselecteerd in het palet Geschiedenis opnieuw uitvoeren\nGeselecteerde bewerking Opnieuw
15055 Selectief opnieuw
15057 Opdrachtindexen
15058 Lijst van opdrachtindexen De getallen beginnen bij 1 voor het oudste item in het script en lopen van daar op. Alle opdrachten die in het geschiedenispalet voorkomen, inclusief opdrachten die niet ongedaan kunnen worden gemaakt, worden meegeteld.
15059 Index
15060 Index van een bepaalde opdracht in de geschiedenis.
15300 SaveHistoryToScript
15301 Hiermee worden de opdrachten die zijn geselecteerd in het script GeschiedenisPalet, opgeslagen als een nieuw script.
15302 Opslaan &naar script...
15303 &GeschiedenisPalet
15304 De geselecteerde opdrachten opslaan als script\nOpslaan naar script
15305 Opslaan naar script
15307 Auteur
15308 Auteur van het script.
15309 Copyright
15310 Copyrightverklaring die bij het script moet worden vermeld.
15311 Omschrijving
15312 Een korte beschrijving van het script.
15313 Bestandsnaam
15314 Volledige padnaam van het script dat moet worden opgeslagen.
15315 Materialen opslaan
15316 Indien waar, worden de feitelijke materialen opgenomen die in het script worden gebruikt. Indien onwaar, worden bij het uitvoeren de materialen gebruikt die zijn ingesteld in het palet Materialen.
15317 Vensterposities opslaan
15318 Indien waar, worden de grootte en positie van alle gebruikte dialoogvensters opgeslagen. Indien onwaar, worden de gegevens voor vensterpositie weggelaten.
15323 AlleenActieveOpdrachten
15324 Alleen de actieve opdrachten opslaan naar het script. Ongedaan gemaakte items en geschiedenisitems worden niet opgeslagen.
15550 ScriptSingleStep
15551 Scripts stap voor stap uitvoeren in- of uitschakelen.
15552 Per &stap
15553 Bestand~Script~Per stap
15554 Scripts stap voor stap uitvoeren in- of uitschakelen\nScript per stap
15555 Script per stap
15557 kePerStap
15558 Scripts stap voor stap uitvoeren in- of uitschakelen.
15559 VorigeStatus
15560 Waar indien ScriptEΘnStap is ingeschakeld, anders Onwaar. \n \n \n \n
15800 UndoToHere
15801 De opdrachten ongedaan maken tot het geselecteerde item.
15802 Ongedaan &maken tot hier
15803 Ongedaan maken tot hier
15804 De opdrachten ongedaan maken tot de momenteel geselecteerde opdracht\nOngedaan maken tot hier
15805 TotHier
15806 Opdrachtindexen
15807 Lijst van opdrachtindexen De getallen beginnen bij 1 voor het oudste item in het script en lopen van daar op. Alle opdrachten die in het geschiedenispalet voorkomen, inclusief opdrachten die niet ongedaan kunnen worden gemaakt, worden meegeteld.
15808 Index
15809 Index van een bepaalde opdracht in de geschiedenis.
16050 RedoToHere
16051 Voer de opdrachten opnieuw uit tot aan het geselecteerde punt.
16052 Opnieuw &uitvoeren tot hier
16053 Opnieuw uitvoeren tot hier
16054 Opdrachten opnieuw uitvoeren tot aan de huidige geselecteerde opdracht\nOpnieuw uitvoeren tot hier
16055 OngedaanMakenTotHier
16056 Opdrachtindexen
16057 Lijst van opdrachtindexen De getallen beginnen bij 1 voor het oudste item in het script en lopen van daar op. Alle opdrachten die in het geschiedenispalet voorkomen, inclusief opdrachten die niet ongedaan kunnen worden gemaakt, worden meegeteld.
16058 Index
16059 Index van een bepaalde opdracht in de geschiedenis.
16300 ClearSelUndoneCmds
16301 Items voor ongedaan maken selectief wijzigen in items die niet ongedaan gemaakt kunnen worden.
16302 Opdrachten voor ongedaan &maken wissen
16303 Opdrachten voor ongedaan maken &wissen
16304 Items voor ongedaan maken selectief wijzigen in items die niet ongedaan gemaakt kunnen worden\nOpdrachten voor ongedaan maken selectief wissen
16305 Opdrachten voor ongedaan maken wissen
16306 Waarschuwing: u staat op het punt om alle items voor ongedaan maken om te zetten in items die niet ongedaan gemaakt kunnen worden. U kunt deze items niet meer herstellen. Wilt u doorgaan?
16550 Dump Script Output Palette
16551 Een dump maken van de inhoud van het scriptuitvoervenster.
16552 &Dump maken van palet met scriptuitvoer
16553 Dump maken van palet met scriptuitvoer
16554 Dump maken van palet met scriptuitvoer\nMaakt dump van de inhoud van het venster met scriptuitvoer.
16555 Dump maken van palet met scriptuitvoer
16557 Uitvoerbestand
16558 Het bestand waarnaar de inhoud van het scriptuitvoervenster wordt geschreven.
16559 Overwrite File
16560 Indien waar en het uitvoerbestand bestaat, dan wordt het overschreven. Indien onwaar en het bestaat, dan wordt het bestand toegevoegd.
16800 ScrollScriptOutputPaletteToEnd
16801 Palet met scriptuitvoer naar einde schuiven
16802 Palet met &scriptuitvoer naar einde schuiven
16803 Palet met scriptuitvoer naar einde schuiven
16804 Palet met scriptuitvoer naar einde schuiven\nSchuif palet met scriptuitvoer naar einde
16805 Palet met scriptuitvoer naar einde schuiven
23550 ScriptWndFilterLevel
23551 Biedt de mogelijkheid te bepalen hoeveel gegevens door PSP naar het uitvoervenster worden gestuurd. Zodoende kan toepassinguitvoer worden onderdrukt zodat in plaats hiervan scriptuitvoer kan worden gestuurd. Het vorige filterniveau wordt geretourneerd.
23552 &Filteren van uitvoervenster...
23553 &Bestand~&Script~Deb&uggen
23554 Hiermee wordt de hoeveelheid gegevens bepaald die door PSP zelf naar het scriptuitvoervenster wordt gestuurd\nFilteren van uitvoervenster
23555 Filteren van uitvoervenster
23557 Filterniveau
23558 De hoeveelheid toepassingsuitvoer die naar het scriptuitvoervenster wordt gestuurd.
23559 VorigeFilterniveau
23560 Retourneert de vorige waarde van het filterniveau, zodat dit niveau aan het einde van een script kan worden hersteld
24796 InitializeTo
24797 Bepaalt hoe de parameters van een opdracht zijn ge∩nitialiseerd.
24798 Standaard
24799 Begint met de standaard fabriekswaarden
24800 Willekeurig
24801 Begint met willekeurige waarden
24802 LastUsed
24803 Begint met de laatst gebruikte waarden
24804 CurrentTool
24805 Voor gereedschapsopdrachten wordt begonnen met de huidige instellingen van het palet Opties voor gereedschap